Chawresse (13-12-2002)
Locatie: Tilff, Luik
Lengte: >3500, Diepte: 85m
Aanwezigen: Jan-Willem, Tom, KDX, Anja

't Schijnt dat deze grot bij de meest complexe en sportiefste grotten van België hoort. Ja zo schijnt dat te zijn! Zij heeft een lachwekkende ingang. Een schoorsteen langs een riviertje. Dat riviertje op zich is ook een lachwekkend gegeven. Het stopt ineens... eindigt in een stilstaand plasje. Er is nog wel een bedding, maar die is volledig droog. Ligt ene club uit A aan de basis ligt van dit mirakel? Met z’n allen de schoorsteen in. We moesten zwarte piet eens uitnodigen op onze tochten! De bedoeling was om te teren op het 15 jaar lange-termijngeheugen van Jan-Willem om de Chawresse te doen met zijn doorsteek naar de Veronica. In een eerste rechte schuine afdaling kwam ik alweer eens tot de conclusie dat alle grotten anders zijn. Na een "hoop stenen" (zoals het begin van de Source) is het een lange stijle schuifaf met richels en gesteenten die allen naar beneden wijzen. Onderaan komen we aan in een soortement van zaal met modderhoop waar op het eerste zicht 5 uitwegen aan zijn. Al snel heeft Jan-Willem ze allemaal verkend, maar geen verdikt. Hij vraagt zich af welke van zijn herinneringen in welke grot past. Ook Tom en Kurt zwermen wat uit om het juiste gaatje te ontdekken. Ik spaar mijn energie nog een beetje tot Kurt victorieus een spit aankondigt. Er wordt ge-equipeerd en afgedaald, maar tegen dat ik beneden ben is Jan Willem alweer te voet hogerop aan dezelfde spit geraakt. Toch maar terug naar boven dan. Eens terug boven, onderweg een grotslakje, een zwarte en een oranje worm tegengekomen besluiten we van het smalle, pas gedesobstrueerde gaatje in te kruipen dat verdacht veel op het gat van PDB lijkt (!?). Het is smal en laaaang maar gaat bergaf dus is niet erg lastig (wacht tot we terugkeren). En inderdaad een blaadje papier aan het einde van dit gangetje informeert ons zowaar over de (hogergenoemde) graver ervan... Wat blijkt dus; we zijn in de 'klassieke Chawresse'. Dan maar daar wat op verkenning. We laten de rivier links liggen en onze kitzakken erbij, trekken een smaller stukje door, en daar staat ene vriendelijke boskabouter naar boven te wijzen. Inderdaad een boskabouter. Naar boven toe is er inderdaad een brede gang, maar die eindigt dan toch in een diepe put. Jammer dat we onze touwen achtergelaten hebben. Een alternatief leidt naar nog een erg smalle diaklaas, ik prefereer de doorgang te doen zonder helm en vind het erg prutserig. Nog een bruggetje onder in het water, en uiteindelijk vergaren we allevier in een modderbad alwaar Tom met zijn legerbotinnen dreigt in te moeten gaan staan aangezien niemand opzij gaat. (Kurt uiteindelijk toch.... hij vreest voor een aanslag). Er zijn enige zorgen te horen over ontoereikend licht, en dus blazen we de terugtocht in. Het kruipen en klouteren is niet van de poes! Chapeau voor Jan-Willem en Tom die elk een kitzak op sleeptouw hebben. Nog een grappig moment als Tom roept dat de gang doodloopt terwijl boven hem de schoorsteen staat te blinken in het daglicht. Hij komt een halve knielengte terug op zijn stappen, kijkt naar boven en ziet het dan ook. Hop zo gaan wij allen het riviertje (hoe heet het eigenlijk?) in gaan staan, en kunnen proper naar huis... De helft van onze ploeg zal thuis op allerlei lekkers onthaald worden. De andere helft besluit dan maar te gaan chinezen in de parijsstraat. Ook lekker!

 

 

Gallerie de la Source (8-12-2002)
Locatie: Hulsonniaux, Houyet, Namen
Lengte: 1890m, Diepte: 53m
Aanwezigen: Jezus, An, DDR, Anja

Die mooie plek langs rotsen en een hoge brug, waar je langskomt als je per kayak in je t-shirt de lesse afvaart, daar moet je zijn voor de Source. Het duurt wel 10 minuten eer je de plaats herkent... de koudde transformeert haar uitzicht. Door mijn 5 lagen truien kreeg ik aanvankelijk mijn set niet aan, ik stond nog aan mijn delta te schroeven toen An en Heer Jezus al in verkleumfase kwamen. Gelukkig leefde DDR al in de grottijdsdimensie en kon ik rustig verderschroeven. De source luchtstroomde ons warm tegemoet en meteen konden we ons laten zakken tussen twee wanden, een draai naar rechts en een chaotische stapel blokken... tot aan de M-zaal. Om van daar naar de volgende te gaan moet je afgleiden in een ingang een eindje naar links. Dan nog een schuifaf en een kruipgangetje waar ik voor het experiment eens zonder licht doorging en het heet: rode zaal. Aldaar kan je de werklust van vandalen bewonderen - grafitti in alle hoekjes. We namen de neerwaartse afdaling, een bocht en een gangetje naar rechts en naar links en dan die smalle buikschuifaf naast die afgrond. Je duikt daar in en hebt een conversatie met een 7ledjes lamp - verblindend - terwijl de voorgangers reeds naar linksbeneden en rechts naar boven door een passage wringen die de 20 cm niet overschreidt. Van daaruit gaat het plat op de buik, tot waar het tijd is voor DDR om aan zijn stoere nummers te beginnen. Voorklimmen, een paardenrug, een looplijn, een schijnparaplu met een fractiepunt middenin... Als ik er voorbijkom vraag ik mij af hoe al deze zaken ook nog gedesequipeerd moeten worden zonder vleugeltjes... Na dit touw zijn we bijna in het 'schone stuk'. We moeten er nog even twee plasjes voor doorsleuren plat op de buik. En daar werden we dan plots toeristen... de ene al gesofisticeerder dan de andere. Jezus die had al snel een heel filmpje op. Bij DDR gold de grottijd. Ik stond erbij en erop... Na wat ge-experimenteer met een zaklamp tegen een stalagtiet... keren we weer terug, en begint voor mij de zoektocht naar de juiste uitgang. Terwijl Jezus en Ann al in hogere regionen verkeren laat DDR mij verloren lopen, enige binnenpretjes mascerend... We proberen nog wat indruk op elkaar te maken door de kortere dan de gemakkelijkere weg te nemen en vanuit de rode zaal nemen we deze keer een andere weg, deze die naar het allermooiste stuk leidt met oneindig veel concreties en kristallen... sprookjesland... We brengen hulde aan 'in memoriam', we trekken foto's, we vertrekken weer. Intussen beginnen de endorfinen te interfereren met mijn normale communicatiewijzen. De verhaaltjes die ik vertel dienen als excuus voor een pauze hier en daar. De moraal viert hoogtij! Buiten is het donker, en zacht uitgedrukt fris... we verlangen collectief naar spaghetti...

 

Grotte d'Eprave (30-11-2002)
Locatie: Eprave, Han-sur-Lesse, Namen
Lengte: 900m, Diepte: 90m
Aanwezigen: Didi, Tibaut, Jan-Willem, Liesbeth, Anja

Den Eprave ligt in Epave. Hypothesen welkom over wat er gebeurd is met de 'r' op de wegwijzers... Vergezeld van een aantal stoere stadsjongetjes in witte broeken en geveterde sportschoenen trekken wij 5 het 'toeristische' edoch van plassen voorziene stukje van den Eprave binnen. We kijken nog even achterom naar het zicht op de Lomme en de nattigheid kan beginnen. Het duurt al niet lang of we laten de trapjes (die we eerst een stukje naar beneden afdaalden) voor wat ze zijn. Jan-Willem klimt, hangt een touw en wij proberen te doen alsof we het touw niet nodig hebben. Dat lukt maar half maar is een goeie oefening. Boven aangekomen een klein wringelstukje met een looplijn of twee, en dan weer afdalen een meter of 3. We zijn in een zaal met water aan de ene kant en een aantrekkelijk holletje aan de andere (links). We gaan eens kijken: een opwaartse smalle schuifaf. Iedereen mee in dat holletje zorgt voor een soort opstopping, waardoor niet iedereen het einde kan zien... toegegeven het einde was niet anders dan een holletje dat eindigt. En toch geeft het een berusting te weten dat je het "einde" van de grot gezien hebt, nee? Intussen hangt er al een looplijn tegen een wand die ons behoedt van door het water te moeten. In het midden van die wand een hangend obstakel waar je net niet tussen kan en wel erboven (klimmend boven de looplijn) of eronder (hangend aan...). Allerlei scenarios worden uitgeprobeerd. Het gaat verder een gangetje in recht omhoog, met leuke stalagmietjes om je aan vast te pakken. Bovenaan rechtsomkeerd weer in een kleine gang, een stuk naar beneden, en dan komen we aan de fameuze opposé- plaats alweer over een stuk waar krokodillen kunnen bijten (zie foto). Didi houdt erg veel van deze rots en is verzot op zijn water. Ze kan het niet laten om het eens van dichtbij te bekijken... Nog een stukje opposeren om het "einde" te raken en weer terug. Op de terugweg wacht ons nog een minder gerusstellende belefenis. Liesbeth hangt aan de looplijn en op 't moment dat ze haar leeflijn wil verhangen krijgt ze daar in haar hand: een spit. Oi, de draad van het ankerpunt is helemaal versleten! Dan maar zonder die spit. Tibaut stopt het gaatje vol klei, ter bescherming van onze nakomers... Dan gaat het weer verder op de terugweg, en het laatste stukje leidt Jan-Willem ons door vreemde kleigangetjes die erg plakken en waar je maar met éénbeen tegelijk kan wandelen... walk like an egyptian heet Didi het. Even tot aan de knieën zwemmen om toch maar nat te zijn en dan eruit... in het daglicht, de Lomme in met onze klei. En ja! Han-sur-Lesse heeft ook een ideaal speleoloog-friet etablissement café! Wat hou ik daarvan.

 

Trou de l'Eglise (24-11-2002)
Locatie: Mont-sur-Meuse, Yvoir, Namen
Lengte: 1065m, Diepte: 78m
Aanwezigen: Jessica, Torsten, Zwarte Nele, Tom, KoenVo, Didi, Anja

Aangezien bleek dat de Haquin in afzienbare tijd vol met Hollanders zou gaan steken - ze waren werkelijk met een niet te overziene massa, geüniformeerd als grotsoldaatjes - vluchtten wij in zeven haasten weer weg, in een weide bocht 'den Eglise' opzoekend. Aldaar slechts 2 vriendelijke zielen die al aan de uittocht waren. Den Eglise dus…kerk oh kerk, een verassing na elke bocht, soms diep, soms laag, soms hoog, schoorstenen, zalen, grote meanders en knelzittende gaatjes, schuine vlakken en wandelpaden, riviertjes douches en droge kleiholen. En je hoeft ook nooit op je stappen terug te komen. Eens kijken dus, of ik mij ons tochtje nog in de juiste volgorde voor de geest kan halen.
Het begint al gezellig met een laddertje, wat water en dan nog wat verderzakken met de rug tegen de ene onderkant van de spleet en de armen en benen aan de overbovenkant. Gelukkig zijn dat soort rotsen lekker ruw en stekelig. Beneden wacht ons al een afsprongetje dat Nele zich nog goed herinnert en dan naar rechts beneden een wandeling in allerlei richtingen... oh ja ik herinner mij ook daar wat gewring! Een klein venstertje naar boven toe brengt ons naar een plek omringd door lange gordijnen, het lijkt wel de coulisse van een theater. De ingang van het podium is de fameuze schoorsteen waarin Torsten het liftknopje vindt, ik een voetopstapje en Tom gewoon in pure opposé naar boven wringelt. Bovenaan heeft Koen al een touw klaargehangen om weer af te zakken, en waar komen wij uit? Ah terug waar we waren... In plaats van het venstertje kiezen we dan maar rechtdoor met wat looplijntjes langsheen nog een hele partij gordijnen (de ene heeft al een mooiere klank als de andere), en stalagmieten waar je je lekker kan aan vasthouden als je over de dieperik hangt. Dan alweer afdalen aan een touw van een meter of 4. En toekijken naar de demonstratie "afdaling op dubbel touw" van Tom. Als ik me niet vergis, kwamen we dan na nog wat gewandel aan de plaats waar de plastieken bloem lag, en waar het water stroomde. Riviertje volgen tot een afslag naar rechts boven. In de terugweg kiezen we weer een ander ommetje, en houden we het even stil en donker. Stil en donker! Dra komen we terug aan de plastiekenbloemplaats om dan nu recht omhoog te gaan daar waar de rivier klettert en kletst, en de rotsen nog steeds goed ruw zijn. Boven verzamelen we en zien we Koen weer verdwijnen door een ander gaatje, dat er nochtans onbereikbaar uitzag. Didi zal het geweten hebben! Uiteindelijk toch no problem. Nu is er nog een douche-opstap of twee en wat zien we daar: een ladder! En nog iets: Het is nog klaar buiten! Nog nooit meegemaakt. Nog nooit in die 4 keer…

 

Chantoir de la Laide Fosse (17-11-2002)
Locatie: Hamerenne, Rochefort, Namen
Lengte: 800m, Diepte: 72m
Aanwezigen: Jessica, DDR, Sam, KoenVo, Anja

Winter is het ideale grottenweer. Grijs druilerig en koud onder de wolken. Warm en gezellig onder de grond… maar dan moet je wel iets boven je ribfluwelen broek aanhebben, weet Jessica nu ook. De Chantoir de la Laide Fosse herbergt namelijk een riviertje, een zoet kletterend beekje, plets plets, al je kleren nat. En wat betekent 'fosse'? Zonder accent en uit te spreken als "foos". Het betekent groeve, mijnschacht of grafkuil. Mottige grafkuil dus… Maar mottig was het allesbehalve. We openen het indrukwekkende hek, en sluiten ons in, zodat er geen wilde dieren ons kunnen komen opeten. Deze zitten echter al binnen. In een eerste kleine zaaltje panikeert een vleermuis bij onze verschijning en probeert ons bang te maken door het vliegen van rondjes. Wij geraken echter alleen maar betoverd en kijken allen naar een ander (dood) exemplaar dat nog in slaaphouding tegen de wand hangt. Daarna is er een kleine douche waar we moeten gaan inhangen en bevinden we ons al snel aan een systeem dat loop- en klimlijn vereist. Een 8 meter schuine jumaar brengt ons aan het begin van een gewaagde doorsteek aan de rand van de afgrond (8 meter diep). Na een 15- tal meter tegen de wand geplakt balanceren bereiken we de andere kant en stappen we verder wat op en neer door een galerij om ons dan in een langwerpig schier verticaal hol te laten zakken. Een tweede korter maar smaller hol schuift ons naar het diepste zaaltje af waar onderaan het gebulder van een rivier klinkt en bovenaan een kalkgordijn hangt te glunderen. Ook deze gordijn heeft een vibrafoonklank en zet Sam en Koen aan tot de dans. Jessica heeft intussen alweer te koud om te bewegen, maar vliegt toch gezwind weer het kleine hol door naarboven toe, dat -neem het van mij aan- je best op de buik neemt! (met dank aan de schouder van DDR). De terugkeer gaat gezwind, Sam equipeert zorgvuldig en het duurt niet lang of wij komen het buitenluchtbriesje weer tegemoet. Uitgelaten als kleine kinderen kruipen wij weer met z'n allen in het hoogbedakte minibusje van Sam en togen wij naar de lang geanticipeerde en uitgebreid besproken friterie de Rochefort. Het gezellige familiebedrijf der Walen, dat op sommigen een marginale maar op iedereen een vriendelijke en vakkundige indruk maakt, legt ons in de watten. Gecombineerd met wijn smaakt de friet met mammoet heerlijk en subliem. Njam. Het was een een mooie dag.

Franse les:
chantoir (Belgique), synonyme de bétoire : Dans un terrain calcaire, petite excavation ou coule un cours d'eau.
fosse 1. Excavation généralement profonde, creusée par l'homme. Creuser une fosse. 2. Trou creusé pour enterrer un mort. 3. GEOL Fosse océanique : dépression du fond de l'océan, étroite, allongée, aux parois très abruptes et de grande profondeur. 4. ANAT Cavité ou dépression de certaines parties de l'organisme. Fosses nasales. 5. Fosse d'orchestre: dans un théâtre, partie en contrebas de la scène et de la salle, où se tient l'orchestre.


Abîme de Beaumont (10-11-2002)
Locatie: Tilff, Luik
Lengte: 492m, Diepte: 59m
Aanwezigen: Jan-Willem, Nicky, Didi, Fadi, Liesbeth, Sara, Anja
Het begint al met een afdalingetje als een brief in een enveloppe (er terug uit geraken is iets anders), 180° draaien en op naar een smalle L waarvan het korte stukje in de dieperik uitkomt. Afdaler inweven dus, vanuit een niet al te comfortabele positie. De afdaling langs 2 fracties biedt al meteen beloning nummer 1: je hangt boven een grote zaal te bengelen. Het afdalende touw dat volgt (25m) zoekt zijn weg over een platform, een schuine wand en komt uit op een glibberige helling. Daarbeneden is het stalagtiet en lamellaire kalkformatie troef. We kijken uit op de paardenrug (le Pas du Montagnard, 8m hoog) die normaalgezien vast ge-equipeerd is, edoch met een versleten touw. Jan Willem klimt dus vóór om er een nieuw te hangen. Hij plakt als het ware aan een verticale wand alsof hij van gravitatie nog nooit gehoord heeft. In een mum hangt het touw klaar en mag ik jumaren. Het blijkt een paard met scherpe rug te zijn. Aan de overkant, zijn er nog meer indrukwekkende afzettingen - ik betreur de vermoedelijk nefaste invloed van ons speleologen - en dan enige doorsteekjes om uit te komen in een laatste grote zaal, die op zijn bodem een voorraad klei herbergt! Getuige de neanderthaler kopjes die nu aan de wand hangen…


De Weron (3-11-2002)
Locatie: Mont-sur-Meuse, Namen
Lengte: 3600m, Diepte: 106m
Aanwezigen: Kurt, Leen, Peter, Tom, Goedele, Toon, Jo, Shi Kun, Isabelle, Anja
De ingang van de Weron, ligt gezellig in een bosje tussen twee velden, naast een riviertje. Het eerste obstakel in de Weron, de Puits de la Chauve-Souris (P6), laat zich gemakkelijk afdalen zonder touw. Hiervoor dient men zich geheel rechts in het nauwste stuk van de put te laten zakken, en na 1 m afdalen kan men dan, steeds rechts houdend, via een schuine laminoir omlaag glijden Wij hebben wel touw gebruikt… zijn edoch op de terugweg aan het klimmen gegaan. Beneden ging het rechtdoor (linksaf gaat ook, maar dan komt men nog een R3 tegen en de Puits des Etincelles, die men dan ook moet equiperen). Na 10 meter was het 180° draaien en een schuin vlak afschuiven. Men staat dan in een ruime galerij. 20 meter te volgen, tot aan een evident venster in de linkerwand: de Porte d'Avion. Eens door het venstertje ontdek je de kracht van je knieën in een opposé (3 m). De welbekende spiegelgladde afstapjes in de vloer (Ressaut Omega) leiden naar de Puits de la Bouteille (P8), equiperen noodzakelijk. Beneden volgen dan de "Chicanes", opeenvolging van smalle passages en ressautjes… verder zijn we niet geraakt, wat klaarblijkelijk bijlange niet halverwege was…

 

<Terug naar de dagboek-inhoudstafel
<Terug naar daar waar de prentjes zijn