V
er    Verwijderd    Wervelend    Wedervaren

 

 

 

 

 

 

 

Welkom

Vertellingen

Links

Contact

Fotos

Aguidep

 

 

24 april 2003: Luchthaven in Afrika
25 april 2003: En Brousse
27 april 2003: Pasgeboren hondjes
30 april 2003: De Duivel

1 mei 2003: Waar de emails bleven
5 mei 2003: Wit en wereldvreemd
14 mei 2003: Guinees transport
17 mei 2003: Fête du labour en Afro-disco
23 mei 2003: Tevredenheidsset

5 juni 2003: Met respect
17 juni 2003: Trouwfeest
25 juni 2003: De Afrikaanse bank

6 juli 2003: Très séduisante
26 november 2003: Het einde van de Ramadan
12 december 2003: La danse Africaine

 

24 april 2003 "Luchthaven in Afrika"
Vanavond is het courant-avond: stroom. Er is stroom beloofd ten minste 1 avond op vier... Als het courant-avond is dan ga je nergens naartoe dan plan je geen buitenshuise activiteiten, dan ga je thuis van je stroom zitten profiteren. Dan spelen de tieners van Martine met hun playstation en dan kijken de kleintjes van Kathleen naar de jungle-boekvideo. De nieuwbakken coöperant hoopt zich dan even op haar technologie te kunnen beroepen om een emailtje in te tikken en alle flessen zitten klaar in het vriesvak om bevroren te worden.
Helaas... ook de één op vier belofte houdt geen stand. Net op het moment dat ik mijn annex wil binnenstappen (het bijgebouwtje aan het huis van Kathleen en Frank, waar ik even mag logeren) springen alle lichten uit. Ok, dan maar op batterij. Pech, als ik ze dan niet meer terug kan opladen tegen de volgende schrijfbehoefte. Jammer dat de batterij maar het maar een 40 minuten blijkt uit te houden.

Mijn aankomst was al veelbetekenend. De luchthaven zou je kunnen beschrijven als een klein busstation met bagagefaciliteiten... Martine zou aan de uitgang staan, maar dat was buiten de waard gerekend van een te vroeg aangekomen vliegtuig. De raad van Caroline indachtig dat het letterwoord A. C. T. wonderen zou doen probeerde ik het uit op de eerste officieel die chaos stond te creëeren bij de aankomende passagiers. En ja hoor: Een luid "AH! A. C. T." heette mij welkom en gaf mij voorrang op enkele anderen in moslim uitziende lange gewaden die al bij al toch maar wat ongedisciplineerd stonden te drummen. De man bleef hulpvaardig aan mijn zij, ontketende een bijna-ruzie met een half aziatisch uitziende zwarte die absoluut niet uit de weg wou geduwd worden, en leidde mij naar de uitgang. Deze uitgang leidde naar de parking, weerom busstationsformaat, en daar stond Martine nog steeds niet. De ACT man, vloog terug de luchthaven in, op zoek naar la Madame Martine, maar ze was er nog niet. Ik toog daarom maar naar het kaffeetje op het eerste verdiep... en kon dan de bagagedragers uiteraard niet meer afwenden. Vandaaruit belden meneer ACT en ik Martine op haren cellulaire... het nummer zat klaar in mijn handbagage. Vanuit een auto in de file vertelde een diep timbre mij dat ze in aantocht waren. En daar kwamen ze dan. Kathleen, wat onrustig glimlachend, ingevlochten haar, slippers, omgevouwen jeansbroek en een plaatselijk gefabriceerd afro-stijl hemdje en Martine, een kleine en tengere maar stralende vrouw, in stijlvolle lange jurk. Het sigaretten-timbre van haar stem werd snel bevestigd. Kathleen toog al meteen naar het cybercafé in de luchthaven en ik probeerde op mijn en Martines GSM naar huis te bellen, vruchteloos. Dan maar een emailtje sturen op hoop van zege... "Vorige keer was er geen enkele email toegekomen", zei Kathleen.
En zo gingen we op pad. Er hing een aangenaam briesje. Het pikkedonker kwam ons tegemoet, ik herkende Uganda, was verbaasd over zoveel gelijkenis, en sloot tenslotte mijn ogen om de koppijn en de autoziekte af te wenden...

Na een uur of 3 kwamen we aan bij het huis van Frank en Kathleen. Een grote oprijlaan in beton, een mooi terras, een groot huis. Binnen zat een jong tienermeisje met halflang bruin haar op de rieten zetel en op de grond een blonde jongen van 15 en een schattig meisje met een brede lichte broek aan die je toedoet door ze vooraan en achteraan toe te knopen. De kinderen van Martine, haar ettertjes, zoals ze ze zelf noemt. De tafel was gedekt, en Aischa, de huisvrouw van Frank en Kathleen had lekkere rijst gekookt met een volsmakende groentensaus zoals ik die ook al aan de andere kant van het continent geproefd had. Het eten deed deugd. Mijn koppijn ebde weg. Ik was blij dat het lekker was.

De volgende ochtend werd ik meegetornd 'en ville'. Van het ommuurde domein van Kathleen en Frank leidt een grote ijzeren poort op straat. Het is te zeggen, het gebulte en gegroevde stuk aarde tussen de vershillende huizen. T'is te zeggen tussen de huizen en de constructiesites, die er meer uitzien als ruines van vervlogen tijden dan als huizen in wording. Zo in wording zijn ze trouwens niet, want de mensen wonen er dikwijls al in, en niet met weinig. Bovenaan dit steegje ligt de grote weg die ook Conakry met Kindia verbindt. We namen het taxibusje. Ritmische muziek schetterde uit een cassettespelertje en een gezette afrikaanse mama merkte ge-amuseerd en luidkeels mijn handbewegingen op die het ritme volgden. Bij elke stop stapten er nog enkele passagiers op en die vonden elke keer tot mijn verbazing nog plaats tussen twee andere mensen. Van het busje stapten we uit middenin een markt, dacht ik. Later zou blijken dat heel Kindia als markt valt te benoemen. En zo ging het naar het 'centre PME', het centrum voor les petites et moyennes entreprises. Een centrum dat ooit door ACT, nu TRIAS met projectgeld was opgericht en nu zonder subsidies verdermoet. Aguidep, een NGO die in hogergenoemde centrum ook zijn lokalen huurt werkt wel nog met subsidiegeld. Getuige de cooperante die u toespreekt, betaald door TRIAS ten dienste van Aguidep…
(terug naar boven)

25 april 2003 "En Brousse"
En brousse! We bezoeken Bangouya op een uur rijden van Kindia omdat er daar een vergadering plaatsgrijpt met de vertegenwoordigers van de vrouwengroepen die SARA (nog een TRIAS-NGO) ondersteund.

Op de weg naar Bangouya, ontdek ik tot mijn vreugde dat even buiten Kindia de wandelplekjes rijkelijk aanwezig zijn. Ik beeld mij al in hoe we met lange mouwen en een hoedje de zon gaan trotseren om de Afrikaanse natuur in de aderen te voelen. Ik zie dat de beloften van Bart De Busscher (mijn voorganger) zullen uitkomen. We zitten hier nog niet op zeer hoge hoogten, maar de bergjesflanken zijn er niet minder stijl om! Langs de weg, doet een overhellende rots zelfs de ingang van een grot vermoeden. Autoziekte speelt mij weeral parten… we komen net iets te laat aan voor mijn maag. In Bangouya is het bloedheet. We wandelen een overdekte hal binnen, en daar zitten een hele groep vrouwen klaar op bankjes. Kleurrijke klederen en doeken op het hoofd. In die zaal ontmoet ik voor het eerst Katrijn, nog een TRIAS-coöperante. Ze zit bij de delegatie van de 'sprekers' vooraan in de zaal. Het is een wat spichtig meisje met blond opgestoken haar en westvlaamse tongval. We praten een beetje bij, maar dan begint algauw de vergadering. De vrouwen vertegenwoordigen hun groeperingen om hun stem te laten horen bij de project-coordinatie (van SARA). Een jonge guinese stagiair simultaan-vertaalt voor mij en Martine vanuit het Soussou naar het Frans. De vergadering duurt zo'n uur of twee en dan komt mijn eerste confrontatie met het niet kennen van 'de taal', van alle kanten word ik begroet in het Soussou, Tanamu tanamuna, tanamunabe, tanamu fenye fere fenye en ik sta er maar wat stom bij. Diezelfde avond heb ik mij verdiept in de Soussou groet… Intussen is gebleken dat ik de Peul en Malinké er ook nog zou moeten bijnemen.
(terug naar boven)

27 april 2003 "Pasgeboren hondjes"
Zondagavond. Het weekend was gewijt aan het bezoeken van potentiële huizen voor mij. Het wandelen op de paadjes van Féréfou (de wijk van Kindia hier) hebben mij al verbrand als een stomme blanke. Ik zweer nochtans bij mijn hoedje… ook de bewolkte zon blijkt performant. tzal wel wennen.
Daarnet zijn we gaan zwemmen in het zwembad van hotel de Flamboyant. Trias, verpersoonlijkt door Madame Martine, is daar vriend aan huis. Het hotel is uitgebaat door een Fransman. En riep hij van ver: "Vous ne voulez pas un petit chien?" Ik wens inderdaad een hondje. Twee zelfs, dat ze met elkaar kunnen spelen. Twee van die schattige dingetjes. Ik dacht dat alle honden in Afrika er per definitie vreselijk uitzien, maar intussen heb ik al geleerd dat de "inwonende" waakhonden best vriendelijk, leuk, mooi en nuttig kunnen zijn. Als ze niet loslopen hoeven ze geen stuk uit elk oor te hebben en zweren en builen onder hun vel. De Flamboyant dus, huist op dit ogenblik twee nesten van elk 7 jongen! Onder de toog van de openluchtbar ligt er eentje: Een uitgeput moederbeest met 7 piepende kleintjes, nog maar 2 uur oud werd ik gemeld. Toen we later terug op onze stoelen zaten kwam de moederhond zich bewegingsloos naast mij zetten, om gestreeld te worden. En als ik nog een maand nodig heb om een huis te vinden en te installeren, dan zijn ze net groot genoeg om mee te verhuizen.
(terug naar boven)

30 april 2003 "De duivel"
Vandaag is de duivel overgevlogen, 3 keer. Een hels lawaai in razende vaart boven Kindia. Ik zat in het TRIAS-lokaal aan de grote houten tafel waar twee computers op staan tussen een hoop oude documenten waaruit ik de relevante probeerde te destilleren. Aan een andere tafel zat dikke Sylla, de volumineuze ´comptable´ van RGTA, met grote glimlach en luide stem. Hij probeerde de laatste versie van zijn exceltabelletjes uit te printen. We keken elkaar bedenkelijk aan. Een straaljager? "Il viennent arrester le président", grapte Sylla, "c´est Bush qui a décidé." Toen vloog het tuig nog eens over. Ik snelde naar één van de openstaande raampjes. Een zwart mottig uitziend vliegtuig schoot voor mijn ogen door de hemel. Op straat zag ik de mensen in hun stalletjes bedremmeld omhoog kijken. En toen een derde maal. Oorverdovend. In een reflex dook ik in elkaar en greep naar mijn oren. Toen keek Sylla maar vreemd op: "Qu´est-ce qu´il se passe?" Wat was dat voor een lafhartige uitdagerij. Hoeveel miljarden franken waren er zonet 3 maal voorbij komen vliegen boven een stadje waar niet genoeg geld was om de kinderen naar school te sturen? Welke macht moest hier zonodig aan de onschuld vertoond worden?
(terug naar boven)

1 mei 2003 "Waar de emails bleven"
Ik blijf maar hopen op electriciteit. De frigo kan mij weinig schelen. Gewoon elke dag inkopen (laten) doen… verse dingen kopen of melk in poeier, boter die slap is, kaas… Ha! Martine vond het toch wel erg grappig dat haar kaas er uitzag als raclettekaas, gesmolten door het liggen in de frigo: met zo van die kraterkes en olie die er uitstroomt. Ze heeft beslist dat haar groep thuis 3 tot 4 uur mag aanliggen. 1 liter benzine per uur, 1 euro per uur electriciteit. Op 24 uur zou dat 24 euro zijn, en op een maand 720 euro… de prijs van zelfbedruipendheid in een land waar niks werkt. Licht maken valt ook nogal mee… met een 12-volt installatie (een autobatterij die overdag op het werk opgeladen wordt), krijg je een heel week TL-licht 's avond, om nog wat te lezen en te werken. Maar wat ik mis is de mogelijkheid om mijn ding te schrijven ´s avonds bij de overpeinzing van de dag. Ik moet echt een nieuwe batterij hebben voor mijn computer OF een stel kabeltjes die de 12-volt batterij (dus een kabeltje voor de plus en eentje voor de min) rechtstreeks met mijn laptop kan verbinden want naar het schijnt kan je met een laptop die 20 Volt vraagt, zoals de mijne, toch met 12 Volt voeden. Wie helpt mij daarbij?? Zo´n groep trouwens. Heb ik al gemeld dat zoiets een HELS lawaai maakt? Een daverende motor, die de rust uit elke hoekjes wegjaagt… Maar laat dus de boodschap duidelijk wezen: emailen vraagt een enorme organisatie en planning! Ik vraag vergiffenis aan iedereen die van mij graag een berichtje hadden gekregen (dit wil zeggen iedereen behalve mijn familie dus als het ware...)
(terug naar boven)

5 mei 2003 "Wit en wereldvreemd"
Dit weekend waren we op reis. Met z´n allen naar Conakry. Het was Belgisch/Hollandse avond georganiseerd door de baas van Sabena in Novotel. Meteen mijn eerste bezoek aan de hoofdstad van dit land. Hoofdstad? Een uit de kluiten gewassen Afrikaans dorp met in bepaalde buurten enkele grote gebouwen die eigenlijk gewoon afsteken; het Sabena hotel, het parlement, het novotel. De deur ging voor ons open en een frigogevoel kwam ons tegemoet. Net zoals in de wereldbank, hartje zomer in Washington. Het novotel was sjiek en mooi en binnen rook het naar geparfumeerde mensen, jetset mensen, mondaine rijke witte mensen. Ons ploegje NGO-coöperanten kreeg as snel zin om terug normaal te gaan doen onder ons maar dat zal wel meer aan de receptiestijl van de aangelegenheid gelegen hebben dan aan de werkelijke wereldvreemdheid van het publiek. Wat er ook van zij… op die hollandsbelgische avond hebben we meer gegeten dan gedanst en het avondje was maar een veeg voorteken van het genieten van de rest van het weekend. Na een hotelnachtje zweten dat de druppels van oren naar kin voortbewogen een bewogen taxi-ritje naar de haven, namen we plaats in een ´pirogue´ die ons naar het aards paradijs bracht. De eilanden voor de kust van Conakry. Palmbomen op de beach. Mangos à volonté. Zwarten die minder frans dan engels spraken en wat portugees tussendoor, een vissershaven waar haaienkoppen en flanken lagen te drogen in de zon en allerhande expatriees die van de laatste eiland-kans gebruik maakten. (In het regenseizoen wordt de pirogue-oversteek niet meer gewaagd.) Een goed boek, een zwembad, de zee en de kinderen om mee in het water te spelen, ziedaar de elementen van een leuk weekendje. Toen ik op het heetst van de dag een eind de zee in zwom, werd ik prompt vergezeld door een jongeman. Hij was van Rusland en sprak amper Frans. Veel meer dan mijn naam vragen en of ik geen koffie wou drinken in zijn kamer kwam er niet van. Ik vroeg mij af wat hij Guinée deed met zo weinig Frans. Misschien werkte hij in Débélé… een door Russen gestichte plek ten tijde van het communistische regime (in beide landen). Andere aanwezigen op Kassa (ons eiland): een dikke vette vent van 50 jaar met rood aangelopen gezicht en wit pluimhaar in het gezelschap van een jong en opgetut zwart grietje, die om de haverklap van outfit veranderde, Juliette, een Française die nog in Kindia gewerkt had en even aan het genieten was voor haar terugkeer, een groep gezapige Fransen van rond de 50, een koppel arabieren waarvan de vrouw met kleren en sluier en al zwom… een eigenaardig allegaartje.

Onze terugweg naar Kindia (3 uur rijden) moet een ongebruikelijk gezicht geweest zijn voor menig guineeër die ons gadesloeg. We zaten met z´n achten in de personenwagen van Martine. Frank aan het stuur, autoziektegevoelige Anja met kleine slapende Hanne op schoot ernaast. Kathleen, Sophie en Liesbeth op de achterbank met kleine aandachtvragende Dries over hun schoten gespreid, en in de kofferbak grote Dries en de bagage. Sympathiek die grote kinderen. De gevoelige leeftijd der tienerjaren… "lastig" maar als je ze meehebt zijn het je beste vrienden en hunkeren ze in stilte naar je waardering…
(terug naar boven)

14 mei 2003 "Guinees transport"
Frank en Kathleen zijn naar Dabola, Katrijn zit in België, Martine is naar Conakry, ik heb de opdracht gekregen om elke dag wat geld te geven aan Kadiatoe (la femme de ménage) om vlees te halen voor de honden, Djoef en Klaai. Ze moet er ook rijst voor koken… verder heeft ze niet veel werk met mij alleen… of ze morgen wat mangos kan meebrengen? Awa (ok). Het is 1ste kwartier, maar de maan geeft al zoveel licht dat je gewoon kan rondwandelen in de maneschijn, leuk voor Alassan (de gardien) en Kadiatoe die dan gezellig zitten te kletsen tot een stuk in de nacht. Als ik na het avondeten en na het nazitten bij Frank en Kathleen naar mijn annex sluip, ga ik meestal nog eens langs bij hen twee, dan leer ik nog eens wat woordjes Soussou. Maar nu is de familie dus vertrokken en mocht ik alleen ten velde, en ville eigenlijk. De bureaus, of laten we zeggen lokalen van Aguidep bevinden zich in het hartje van de stad. Toen ik er voor het eerst kwam vond ik ze er nogal armoedig uitzien, een slordige binnenkoer met enkele honden (met de nodige stukken uit de oren), een tweeverdieps gebouw belegd met een soort van vierkante golfplaten, die toe gaan met luikjes. Nu begin het toch al een sjiek gebouw te vinden eigenlijk. Bij de betere… Aangezien ik de enige foté (blanke) was, en ik mijn guinees rijbewijs nog niet had, moest ik een plaatselijk vervoer zien te versieren om terug naar huis te komen die dag. De busjes die reden er al niet meer, dus een taxi. Dat wil zeggen een blikken doos op vier wielen met 5 passagiers vanachter en 3 vanvoor. Ik mocht mee vanvoor, één been half op de versnellingspook. Op zo'n momenten wil je de lokale taal kennen… De hele bende passagiers kletste luid onder elkaar, en dat ging niet stiller toen er plots van rechts een stilstaande auto besliste voor onze neus in te voegen. Gil ! Schreeuw ! Zwenk, klap ! Het zat er tegen. Achteraan, zijdelings. Niks erg. Ontsteltenis onder de passagiers. We stoppen, stappen uit, meten de schade op, een bluts allicht, als die er al niet was… wie zal het zeggen… de dader stapt uit zijn bruine Mercedes, het is een militair met een rood baretje op. Er worden wat woorden gewisseld maar misschien zou dat wel meer geweest zijn als de loemperik geen militair was geweest… We stappen terug in en rijden verder. De luidkeelse gesprekken gaan in fortissimo verder… Ik vraag nog even of ze niks gaan kunnen doen tegen de man, in de hoop dat ze wat Frans zouden gaan praten, maar er wordt alleen maar wat gegrinnikt om mijn opmerking. 'C'est ici que je sors', zeg ik dan maar….Ik ben aangekomen.
De volgende morgen stoppen we 's morgens bij een 'fotograaf'. Zo'n hokje in de rij met een gele gordijn waar je mag gaan voorzitten en waar men een polaroidfoto in 4-voud van je maakt waar je dan mottig, blinkend van het zweet en als blanke overbelicht op staat. Met deze pasfoto's en mijn belgisch rijbewijs gaat Lansana (coördinator Aguidep) op stap, " c'est moi qui va aller, sinon ils vont trop traîner ". Een uur later staat hij er al terug met mijn rijbewijs, een roos blaadje, stempels en al. Efficient ! Als je de nodige mensen kent. Dat vind ik zo typisch aan Afrika, alles gaat via mensen en kan dan ook snel gaan maar t'moeten wel de juiste mensen zijn. Ik mag dus vanaf nu zelf rijden. Des avonds (om 4 uur, we zijn 13 mei, geboortedag van Mohammed, ze stoppen vandaag 2 uur vroeger om te gaan bidden) voeg ik de daad bij het woord. Ik mag met de auto van Aguidep naar huis. 1 probleem, maar geen enkel probleem, je kan alleen op een helling starten. Probeer maar eens. In achteruit… embriage, gas, handrem los, ja ! AWA. Met enige ongerustheid of ik ook weer terug ga gestart geraken eens ik mij ergens parkeer vertrek ik met de oude pick-up de stad door, terug naar Féréfou. Eén ding moet ik snel leren : constant claxoneren. Anders zijn de mensen kwaad dat je ze omverrijdt zonder ze te verwittigen. Ik zigzag mij een baan doorheen de mensenmassa die altijd tijdig baan ruimt en kom op de grote weg. Onrustbarend vind ik die enorme goot langs de weg die ook als garageput gebruikt wordt, om de omvang maar even aan te duiden. En ik die altijd neiging heb om te veel rechts te houden… Ik draai van de goudron af (de asfalt) richting Frank en Kathleen…. putten en pokdalen naar de blauwe poort toe. Ik sta daar eventjes stil zoals ik de andere cooperanten heb zien doen bij het thuiskomen in de verwachting dat de poort gaat openzwaaien. Dan heeft Kadiatoe ook eens iets te doen. Maar nee er gebeurt niets. Niemand thuis… daar sta ik dan met mijn vehikel dat alleen op een helling mag geparkeerd voor een gesloten poort. Ik heb zelf de sleutel niet. Dan maar weer achterom. Naar Martine, voor haar huis is er ook een helling…
Als ik na het avondeten, het geprofiteer van Martines groep en de geslaagde hellingstart weer voor de poort sta, zwaait ze wel open. Fijn. Enkele manœuvres en ik sta netjes bovenop de helling van de eigen oprit…
Te voet is anders ook leuk, dan niet via de goudron maar via de wandelpadjes die tussen de huizen slingeren. Zeker met al dat maanlicht. De maan werpt schaduwen. Niet zoals de zon die altijd helemaal loodrecht boven uw hoofd staat. Electriciteit is nog steeds algeheel afwezig. Dus mensen zitten gewoon in het donker voor hun huis te keuvelen. Of met een kaarsje. Hier en daar klinkt nog muziek uit een radiootje met batterij. De mogelijkheden zijn vrij beperkt zo 's avonds zonder courant… Voor mij gaat er een wereld open : " lezen met pillamp ". In België vind ik daar de rust niet voor. Hier is er elke week al een boek doorgevlogen.
(terug naar boven)

17 mei 2003 "Fête du labour en afro-disco"
Zaterdag was één van die dagen. Het was " fête du labour ". Niet dag van de arbeid, dag van de ploeg. Ik had die nacht niet zo lang geslapen. Eerst was er mijn boek waarin ik aan de kritische drie vierden geraakt was. Eens de bladzijde overschreden die het laatste deel van een boek inluidt, voel ik namelijk de drang om het uit te hebben, uit curiositeit over wat de personages nog te wachten staat en misschien ook gewoon omdat 'opgeruimd netjes staat'. Toen ik dan uiteindelijk toch de kaarsen uitgeblazen had, het muggennet nog eens geschikt onder de 4 hoeken van mijn matras en het kleine lakentje half over mijn blote lijf gedrapeerd had, begon het in al zijn hevigheid te regenen. Grote druppels voortgestuwd door plotse wind maken een daverend lawaai op een golfplaten dak. De volgende ochtend was het 'frisjes". Het lakentje had zich netjes over mijn hele lengte uitgespreid. Na de cursus 'gestion du cycle de projet' die ik gegeven had aan onze partner-NGO, de 2 dagen voordien, had ik een heerlijk vakantiegevoel en ik maakte mij klaar om de auto-voor-gevorderden (met zijn startproblemen en zijn stuur dat meer moet gedraaid worden dan de bocht weid is) naar Aguidep te brengen om van daar met de ploeg naar Samaya te trekken voor het fête. Het was een mooi feest. Het publiek mocht plaatsnemen onder een afdak van bamboestokken met palmboombladeren bovenop waarna de verschillende unions werden voorgesteld. Het werken met ploegen en ossetractie is 11 jaar geleden door TRIAS in Guinée geïntroduceerd. RGTA (le Réseau Guinéen pour la Traction Animale) is intussen tot een nationaal netwerk uitgebouwd waarbij per dorp een aantal 'maître bouviers' worden opgeleid om de rest van hun gemeenschap het stieren temmen te kunnen aanleren. La fête du labour draait helemaal rond een wedstrijdje ploegen. Een waar volksfeest met de plaatselijke boerenzoon als held! Wedstrijdcriteria zijn recht en snel ploegen, controle over het ossenpaar en behendigheid om tussen een rij stokjes te kunnen ploegen, nodig voor de gemengde teelten die ze hier toepassen. Het geheel werd opgeluisterd door een groepje kleine meisjes die dansten en zongen alsof ze ervoor geboren waren. Keelgaten vlogen open en ritme straalde af van elke spier in die kleine lijfjes. Ik heb zo het idee dat er voor 'stuntelig' weinig Afrikaanse woorden bestaan. Misschien komt het ook door de warmte, je zit hier nooit verstijfd, maar de bewegingen van mensen stralen een vleselijke ontspanning uit, een eenheid met het lichaam, dansen op natuurlijke wijze.

De eerste prijs was een ploeg en een eg. De boerenzoon die zijn prijs in ontvangst mocht nemen na de nodige toespraken van de gouverneur van Kindia, glunderde...

Op de terugweg vond onze ploeg dat we maar eens een bezoekje moesten brengen aan het hypermoderne landbouwbedrijf dat op onze weg lag. FUTUR-AGRI, in handen van een hoge piet... met geld van de belastingen. Paarden, dromedarissen, silluren (vissen), kaaimannen, enkele pauwen en twee minihertjes fleurden de boel op en citrusvruchten, palmbomen, rijst, tomaten, aubergines, sorghum en maïs kondigde zich aan bij dit begin van her regenseizoen. Het indrukwekkendste was echter het huis van de PDG (président directeur général). Ik werd er even stil van. Niet het huis zelf was zo ongelooflijk, maar zijn ligging. "Gebouwd in 1932 door een Franse koloniaal", klonk het. Ik kon mij zo voor de geest halen hoe de man het halve land had afgereisd om zijn ideale vallei te vinden. Een U-vormige bergrug. Daar zou hij dan een indrukwekkend huis op neerplanten waar vrouw en kinderen zich konden nestelen met een zicht op de wereld. Ongelooflijk moet die tijd geweest zijn. Heer en meester en grootheidswaanzin. En dat is allemaal nog niet lang geleden, getuige de verderzetting van deze houding door de nu guinese elite.

Alsof de dag nog niet het beste van zichzelf had gegeven vond Mamadou Condé na het etentje bij Halimat, dat we nog maar eens moesten gaan dansen. Ik was al eens geweest met Martine en Condé, de 3de avond na mijn aankomst. Deze keer voelde het heel anders aan. Omdat ik de mensen al wat beter ken intussen en vooral ook omdat ik de warmte ben gewoon geworden. Ik hou ervan. Alsof je gedragen wordt door een lucht die je lichaamstemperatuur heeft. Met blote armen midden in de nacht geeft zo een gevoel van vrijheid... Condé heeft mij al helemaal ingewijd in de Afrikaanse bewegingen die zich in hoofdzaak op het onderste stukje van de rug concentreren. Subtiel en sensueel. Ik laat mij meeslepen door Zaïrese hits. Bij de Caribische muziek houd ik mij gedeisd, maar dan is het de beurt aan Amerikaanse... Bij deze laatste hoef ik niet te spieken bij de Guineeërs. Ik weet precies hoe ik de beat terug naar buiten wil brengen en ik voel dat ik daarmee niet alleen mijn eigen lichaam controleer maar ook de indrukken die anderen van mij hebben. Dit is mijn moment van 'de wereld aan mijn voeten'. Alles vermengt zich tot één harmonie, de muziek, het duister, de bewegingen, de sfeer. Ik zweef.
(terug naar boven)

23 meil 2003 "Tevredenheidsset"
Ik kwam thuis om 7h. Dus net donker. Op de tast liep ik naar de 12 Volt (auto-)batterij en bracht de juiste draadjes aan de juiste polen. Een TL-lamp floepte aan en een warme vreugde welde in mij op. Even daarna verwonderde ik mij om die vreugde en in een vage herinnering voelde ik minachting voor TL-buizen 'omdat ze zo lelijk zijn'. Mijn herinnering maakte zich ineens belachelijk. Dat ik ooit belang had gehecht aan de kleur van kostbaar licht in de nacht…
En toch weet ik dat ik bij mijn aankomst in België dat kleur weer relevant zal vinden. Alsof je je pakket aan mogelijkheden op elk moment kan herbeschouwen om er een positie tussen in te nemen, grenzen en aspiraties af te bakenen en een tevredeheidsset kiest. In de tevredenheisset van Kinda, Guinée zit een volgeladen autobatterij, een lekker sappige mango, het vooruitzicht van een uitstapje naar een andere streek, een dag met vele vlotte contacten en het gevoel dat je iemand iets bijgebracht hebt, een plaatselijke kunstenaar die je eigen ontwerp in zilver maakt. In Kindia, Guinée zijn er ook een aantal moeilijker te krijgen aspiraties : Een avondje in de buitenlucht maar zonder muggebeten, een goeie fiets, het gemak van de anonimiteit, een hond zonder stukken uit zijn oren en vliegeneitjes in open wonden, de afwezigheid van echt hopeloos arme en zielige, soms oude mensen, een verse schel kaas, een streepje muziek met goeie klank. Misschien liggen in België de grenzen wel zo hoog dat het uiteindelijk moeilijker is om de tevredenheisset te halen. Dat zou een simpele verklaring zijn voor het hoger gehalte aan depressies in welvarende gebieden…
(terug naar boven)

5 juni 2003 "Met respect"
Een blanke heeft status en daardoor een goed leven in Guinée. Juist, maar niet omdat hij blank is, wel omdat hij werkt heeft en een inkomen, geld, en dus macht. Iedereen helpt elkaar. Iemand met geld helpt iemand zonder. Iemand zonder geld gaat dan ook gewoon geld gaan vragen/lenen en iemand met geld kan zich laten gelden. Moet zich laten gelden, anders worden de rollen omgedraaid. Je moet correct blijven maar je moet je eisen stellen en je misgenoegdheid uiten als die niet voldaan worden. Als je 'een positie' hebt kan je bovendien eenieder die werkloos zit te wezen uitsturen als loopjongen met wat geld voor dit of dat. Ze noemen je dan grand frère, en de loopjongen is dan un petit. Ik ben er nog niet goed mee weg. Voor mij lijkt het grand frère ('madame' in ons geval) acteren zo arrogant. Martine zegt dat je het gewoon moet meespelen zonder te vergeten dat dat het Guinese spel is en dat je in wezen niet plots belangrijker geworden bent dan dat je in België was. Een gevoel namelijk, dat sommige vroegere cooperanten al wel eens is overkomen.
Eergisteren was ik bijvoorbeeld uitgenodigd als representante de l'ONG TRIAS op een sluitingceremonie van een vorming in het maken van eenvoudige (technologie adaptée) graansilo's. De ceremonie begon met een hele hoop vertraging want er waren hoge gasten die uiteraard niet op tijd waren, en ik kwam tijdens het wachten terecht bij enkele belangrijken op een stoeltje buiten aan het conferentiezaaltje. Na een incident met een grote tak die plots naar beneden kwam van de boom waaronder we zaten, was er geen electriciteit meer in het zaaltje, want de tak had in zijn val een draad meegenomen. NOG wat wachten dus. Toen we dan eindelijk naar binnen mochten was het gros van de mensen al verdwenen, en wat bleek ? De belangrijken en ik werden als een trouwend koppel binnengeleid onder het geklap van een staande ovatie. Ik dacht : 'Oei, hier hoor ik niet bij' en vond een zijweggetje om ergens discreet plaats te nemen. Daarop werd ik prompt de weg gewezen naar de stoel naast de prefet van Kindia. Ik was weldegelijk een 'delegatielid'. Ik moest centraal en in de kijker gaan zitten en belangrijk wezen.
Mijn ogen zijn ook opengegaan toen ik op een dag naar buiten stapte, de buren begroette (Tanamu gi, hëri gi) en verderop ontsteld moest toekijken op de kinderen van diezelfde buren die vrolijk lachend keihard stenen aan het gooien waren naar de kop van een hond die luid jankend wegvluchtte. Het is gerespecteerd worden of respecteren hier… Dieren staan helemaal onderaan de sociale ladder te bengelen, die kunnen niet veel meer verwachten dan mishandelde kinderen… Respect ? In België is er een soort universeel respect voor alles wat leeft en zeker voor alles wat een mening heeft. Hier hangt het juiste respect van een hele hoop factoren af. Je leeftijd in de eerste plaats, je middelen in de tweede, je charisma in de derde. Zo lijkt mij.


(terug naar boven)

17 juni 2003 "Trouwfeest" (de dochter van la présidente de Aguidep is bruid)
Zaterdag.
Een open groen geschilderde ijzeren poort geeft uit op de koer aan het ouderlijk huis van de bruid, in hartje Kindia. Stoelen onder het rieten afdak en stoelen tegen de muur van het huis in verschillende rijen. De genodigden verzamelen zich. Komen binnen en gaan weer buiten. Zitten wat te kletsen. Waar de feestvarkens zijn is niet duidelijk. De kledij is elegant, maar niet eleganter dan wat we gewoon zijn van op straat. De electrogene groep staat ook lawaaierig te draaien. Af en toe wandelt er iemand natbedruppeld voorbij met een panje rondgewikkeld, net uit de douche die in de hoek van dezelfde koer staat. Ik vraag aan Condé of dit deel uitmaakt van één of ander ritueel ofzo, maar neenee, die mensen zijn zich gewoon aan het klaarmaken, voor "zometeen". Sommigen lopen ook nog met krulspelden rond, of met voetbaloutfit. Ach ja, trouwen is toch niet zo on-alledaags (?!). Plots gaan de stoelen onder het afdak aan de kant en worden er rieten matten neergelegd in meerdere lagen. De prière gaat beginnen. Het gebed. Een imam staat vooraan een groep mannen en zegt allerlei herkenbaars: allah ou akhbar en diens meer. De vrouwen vertoeven zich nu allemaal aan de kant, daar waar de rijen stoelen tegen het huis stonden. Ik heb mij intussen teruggetrokken binnen in de living van het huis, vanwaar ik het geheel op veilige afstand kan waarnemen. Het gebed duurt zo'n kwartiertje. De hele turnoefening. De handen met palmen naar boven voor zich, één buiging met gestrekte benen, terug recht, beide knieën op de grond, het voorhoofd op de grond, even nadenken en weer recht. Zo veel gelijkenis met de yoga-'groet aan de zon'... Volgens mij is de islam een gezonde godsdienst. Geen (niet te veel) alcohol, momenten van rust tijdens de dag en wat beweging. Ook een maand van vasten om eens te voelen wat het is om wat honger en dorst te hebben. Ik ben nogal van mening dat ik ook ga meevasten dan. De Karem is in november...
Na het gebed gaan we wat eten. De présidente biedt ons koeskoes met yoghurt en suiker aan. Niet slecht. Nu is het de beurt aan enkele welkomst- en danktoespraken en dan uiteindelijk ook een gelukwensen aan het trouwpaartoespraakje. Hiervoor is er een griot van dienst. Die staat in het midden met luide stem en die vertolkt wat de genodigden hem influisteren zodat iedereen het goed kan horen. Een menselijke luidspreker dus eigenlijk. Als hij het goed doet krijgt hij geld toegestopt. Er word stevig met briefjes van 100 en 500 guinese franc gezwaaid. Er lopen ook nog enkele nepgriots rond die de mensen bang maken want misschien zouden ze toch maar eens de macht hebben die ze beweren te hebben, 1 oplossing geld geven...
In een ongemerkt moment komen bruid en later ook eens bruidegom voorbij. Allen zijn in gewone kledij...
's Avonds keren we met de aguidepploeg terug naar de plaats van bestemming. De straat voor het huis van de familie is nu omgevormd tot een soort van openbare dansplaats. Vooraan zit een groepje drummers en staan ook een stel griots (vrouwelijke nu) te zingen. Enkele grote spots verlichten het geheel. Op gezette tijden, dit wil zeggen doorlopend, neemt er een deel mensen (vooral vrouwen) het initiatief om de 'dansvloer' op te wandeldansen. Dezen worden dan bezongen wat weerom leidt tot het uitgeven van.... geld. (wat een bizar geldfeest, dat trouwen). Het duurt geen 7 minuten of de (enige) foté wordt meegeleid op de dansvloer. Algeheel gejuich en enthousiasme omdat ik ook tegoei dans! Nu ben ik het die geld toegestopt krijg! Dat duurt zo enige minuten tot de hele begeleidende bende weer gaat zitten. Half onthutst over al dat geld in mijn hand, verstop ik mij achter mijn metgezellen en vraag ik wat ik met het geld moet aanvangen. Ah, ga maar aan de griotte geven. Bij de eerste gelegenheid treedt ik aldus weer in de belangstelling om mijn rijke offer te doen. Algehele tevredenheid over hoe ik dat goed gedaan heb. Wat een vreemd leven als BG (bekende guinëer).

Zondag
Op de koer van bovenvermelde huis, is weer enig volk verzameld, dit keer wel allemaal paasbest. Na een tijdje zitten, komt de bruid voorbij. Wit glimmend kleed, grappig kapsel van haarlokjes die op het voorhoofd plakken, uitgebreid geschminkt, plastieken bloemetjes in de hand. In stoet gaat het naar het stadhuis. Daar wringen we ons met z'n tweehonderd in een lokaaltje van 4 op 5 meter, en ik mag (moet) toch wel weeral vooraan gaan zitten zeker? 'om fotos te trekken'. Er wordt wat voorgelezen en gepreekt door mevrouw de schepen, zal ik ze maar noemen. Het gaat in het Soussou. Op een gegeven moment wordt er 500 guinese frank (0,2 euro) op tafel gelegd bij de ringen. Even later wordt er in mijn richting gekeken. Ik mag de 500 guinese frank aan de bruid overhandigen. Ik vermoed dat het een belangrijk symbolisch moment is, dus geef ik de 4 luchtkussen, 2 aan elke kant, zoals ik al eerder heb zien tussen hoge officiëlen. De bruid doet niet raar dus 't zal wel goed zijn. Achteraf legt Condé uit dat die 500 frank de symbolisch bruidsprijs is, die de wet heeft ingevoerd om trouwen betaalbaar te houden. Waarom ik en niet de bruidegom het geld moet overhandigen is mij niet duidelijk.
Nu zijn ze dus civiel getrouwd. De stoet keert terug naar het huis. En nu wordt elk groepje naar een huis van buren, vrienden en allerlei geleid om het middagmaal te nuttigen. Gebakken patatjes, rijst met arachidesaus of sauce feuille, gebraden kip. Iemand gaat om flessenwater voor de foté. Iemand anders biedt mij een derde bord aan. Ik zeg: 'Albarka'. Grote ogen kijken mij aan!! SCHITTEREND. Alassan (de nachtwaker thuis) had mij namelijk haarfijn uitgelegd dat 'albarka' betekent: 'nee dankjewel, ik heb net heel lekker gegeten maar heb nu genoeg, dankuzeer'. Dat ik aldus een zeer welgeplaatst iets had gezegd in het soussou vonden ze super. En intussen ging het publieke dansvloerdansen in de straat ook nog verder....
Aldus een trouwfeest hier in Guinée... aldoor de ogen van een foté.

(terug naar boven)

25 juni 2003 "De Afrikaanse bank"
Ik heb mijn eigen boekhouding hier. Dat is wel nodig want aangezien banken hier niet werken en rekeningnummers algeheel afwezig zijn, wordt er nogal wat heen en weer geleend bij diegene die toevallig een wissel gedaan heeft. Fascinerend trouwens, en een deel van mijn werkterrein, hoe de mensen die financiële problemen oplossen. Je kan hier niemand tegenkomen die niet in een 'tontine' zit. Een groep mensen is dat, die samen beslissen op gezette tijden elk een bepaald (vast) bedrag te storten aan één van de leden van de groep, elk om beurt. Voor de eerste die krijgt, is het dus alsof hij of zij een lening krijgt die in schijfjes moet terugbetaald worden. Voor de laatste die krijgt is het alsof die een tijdlang gespaard heeft tot het einde van de cyclus wanneer hij zijn gespaarde bedrag int. Voor de tusseninkrijgers is het iets tussen de twee. Het handige aan deze zaak is dat het de onmogelijkheid tot sparen of krediet nemen in Guinée overbrugt. Waarom is sparen of lenen onmogelijk?
Sparen is onmogelijk vanwege de ongeloofelijk (ongeloofelijk!!) grote sociale druk. Je kan hier gewoon geen geld hebben, want je hebt altijd 27 'petit frères' die echt dringend (en dan ook echt dringend) dat geld nodig hebben. Het is de enige sociale zekerheid die werkt, relaties langs alle kanten, en als je er probeert aan te ontsnappen dan heb je echt geen leven hoor, dan ben je een onmens. Gaat gewoon niet.
Krediet nemen is even onmogelijk om twee redenen 1. je hebt dan geld, en dat kan niet (zie 'sparen') en 2. aangezien het hier om een samenleving van geven gaat en niet van lenen, ligt het niet in de lijn van de verwachtingen dat een krediet ook dient terugbetaald te worden en gaat de ene achter de andere kredietinstelling overkop.
Bij een tontine spaar je niet echt in de ogen van de mensen, je GEEFT aan een lid van de groep. Je KRIJGT dan ook wel terug als het jouw beurt is, maar intussen kunnen je 27 'petits' niets komen opeisen. Ha!
Met Aguidep willen we het spaargedrag helemaal aanmoedigen (want ojee, het regenseizoen kondigt zich nog maar aan of je merkt al een stijging in het aantal kinderen die kaarsen en koekjes verkopen voor geen geld, met andere woorden de reservers zijn al op en de 'soudure' moet nog beginnen) en gaan we dus beginnen met een onderzoek naar de verschillende soorten tontines en hoe die georganiseerd zijn. Fascinerend.

(terug naar boven)

6 juli 2003 "Très séduisante"
De blanke huid trekt aan. Die schoonheidsidealen toch. Heel veel vrouwen gebruiken producten om hun huid lichter te maken. Niets dan nadelen: de producten zijn duur en hebben naar 't schijnt een vieze geur, die dan moet gecompenseerd worden met een overdosis aan parfum. Elke morgen moet je je van kop tot teen inwrijven, en als je het een paar dagen niet doet, dan begin je al meteen zwarter te worden dan je ooit voorheen was. De buik laat je echter onaangeroerd want als je ooit onder het mes moet voor een operatie zou de snede een haast ongeneesbare wonde in je verwoeste huid veroorzaken. En er zijn nog andere plaatsen die zwart blijven: ellebogen, knieën en vingerknoken, daar pakt het niet. Op het acherwerk en de billen krijg je een onregelmatig patroon van vlekke en strepen, zoals 'zwangerschapsstriemen' bij ons, vermoed ik... Wat ik bovendien niet van horen zeggen heb maar van mijn eigen waarneming is dat de bekomen bleekte er onnatuurlijk uitziet, roodachtig en glimmene. En de steekproef van 2 observaties van mannen me wie ik het over het onderwerp gehad heb, spraken met veel minachting over het bleek-gedrag. Dr. Soumah (de vétérinaire en president van RGTA) had een maand niet meer met zijn vrouw gesproken om haar op betere gedachten te brengen en Aly, l'artisan bewonderde de fotés die niet zo dom waren om hun uiterlijk te willen veranderen. (Die heb ik dan wel eventjes met een pleidooi van veel voorbeelden van het tegendeel overtuigd, meer in het bijzonder verwijzend naar bepaalde lieden die zich zwart laten bruinen als full-time vakantiejob op het strand of zlefs met TL-lampen onder soeits dat zij een zonnebank noemen, of anders nog met bruinende zalven of schmink). (Sommige Afrikanen denken dat de foté ALLES beter doen, en zijn dan verbaasd te horen dat ze uiteindelijk niet veel van henzelf, de forès verschillen. Er IS wel een een wereld van verschil tussen ons, maar dat verschil situeert zich op het vlak van het systeem, de organisatie en commercialisatie en de invulling van sociale zekerheid en niet op het vlak van individueel gedrag). Het was ook Dr. Soumah die vertelde hoe er gezongen wordt dat je met een blanke vrouw in je bed het maanlicht binnenhaalde...
In elk geval de impact van schoonheidsidealen op de menselijke fantasieën in combinatie mat de mondigheidvan de guinese, senegalese of malinese man leidt af en toe tot een ontboezeming, wat dan afhankelijk van het geval afschuw in mij opwekt of een gevoel van verering. Het is dat ze soms zo oprecht lijken in hun blijk van interesse, dat het lijkt alsof het niet alleen maar gaat om de hoop op een horizontale ontmoeting of een vliegtuigticket naar Europa...

Er zit hier een klein jongetje naast mij. El Hadj, het zoontje van Kadiatoe, bijna 4 jaar. Ik heb hem een blad papier gegeven en een bik. Hij is meer geïnteresseerd in het knopje om de bik mee aan en uit te klikken dan in 'schrijven'. Hij vindt bovendien nog allerlei andere rare dingen. Een plakje isemo, waar hij dan mee klopt, in bijt, op duwt, op blaast... Op ontdekking als een babietje maar al veel slimmer als een babietje. Kadiatoe kwam gisteren kijken en glimlachte breed met de krabbels van haar zoontje: 'moi je connais pas!'. Toen nam ze het papier en begon te schrijven. Het duurde wel 10 minuten lang en dan stond het erop. 'KADIATOU KEITA', haar naam. Ze was trots en lachte ook een beetje met zichzelf. Ik kan mij niet voorstellen hoe het het is om door het leven te gaan zonder geschreven woord...


(terug naar boven)

26 november 2003 "Het einde van de Ramadan"
Vandaag is het la fête du ramadan. Een hele maand hebben de mensen zich ingehouden voor eten en drinken. Zichzelf laten uitdrogen tot de avond valt vanaf nieuwe maan tot... nieuwe maan. En nu is het voorbij; euforie, muziek, smaakvolle grands boubous (lange gewaden). En iedereen die geld vraagt. Deze morgen ben ik gaan kijken naar het gebed dat voor één keer niet in en rond de moskee plaatsgreep maar gewoon te midden van 't stad op het 'place des martyres' (een geel grintveld van een halve hectare met een vervallen hek rond en in het midden een vervallen monument) vrouwen en mannen spontaan een beetje appart. Mannen vooraan, vrouwen achteraan, een structuur aangebracht op elk lapje van de place des martyrs en de straten errond. Toen ik vanmorgen met mijn de aguidep-pick up uitzwaaide, stonden er uiteraard heelder families op straat te dremmelen op zoek naar vervoer. Voor 1 keer heb ik ze dan ook allemaal meegenomen. 5 achteraan en 27 in de bak. Kwestie van mijn buren ook eens gunstig te stemmen... Ik heb nog niet veel deelgenomen in hun sociale geefcultuur. Onderweg kwamen nog Solo tegen op de fiets, mijn maître jembe, ook hij met een matje onder de arm, tussen duizenden andere gebedgangers. Solo nam mij mee in een mannenzone. Ik moest maar gewoon mee doen vond hij. Alla ou Akbar, voorhoofd op de grond enzo. Ik ging wel gewoon blijven zitten. Dat was ook goed. Niemand nam aanstoot aan mij. Ik vond de stille eerbied die over de gedisciplineerde zee van rijen gezeten mensen heerste indrukwekkend. Ik durfde niet goed te bewegen. Af en toe zongen ze wat mee in het gebed en op geregelde tijdstippen ritselde zoals verwacht de hele mensen zee synchroon en zonder gedoe naar beneden... Na een 10 minuten was heel het gebeuren alweer voorbij. Een deel van de mensen bleef zitten naar de verdere toespraken der imam luisteren, het gros stond op en wandelde rustig terug naar af. Een leeglopend stadium maar dan van vredige en vriendelijke mensen. Gelouterd op weg naar de feestdis. Daags te voren had ik Solo nog aan denken gezet toen hij vroeg of ik daar de bijbel las. Het waseen nogal dik boek waarin ik verzongen was. Ik zei dat ik de bijbel nog nooit gelezen had. Stukjes wel op school. Maar dat was alles. Het waren wel waardevolle verhalen vond ik, maar toch door mensen geschreven zei ik. En hoe zat dat met de koran? Was die niet door mensen geschreven? Dat vond hij een grappige gedachte. Wat je me daar nu zegt?! C'est les paroles de Dieu, non? Solo vond dat hij moest bidden want zijn ouders had het ook altijd gedaan. Wist hij veel... Alla ou Akbar. Dieu est grand. Dieu merci. S'il plaît à Dieu.

(terug naar boven)

12 december 2003 "La danse Africaine"
Net mijn tweede dansles gehad...
Dat is weer eens wat anders. Ik zou zeggen: het omgekeerde van ons ballet (klassiek vooral, maar ook jazz, modern, hedendaags...). Bij ons: lange gestrekte bewegingen, zwaaien en plaats innemen. Hier: ter plaatse, maar alles op kracht en snelheid. korte bewegingen in strijdbare posities en acrobatie met geplooide benen. Bij ons een gespannen lijf, behalve daar waar het moet bewegen, afwerking tot in de vingertoppen. Hier: alles los behalve waar het moet bewegen, hoofd armen en benen vooral vrijlaten. Bij ons, met je voeten slepen over de grond, cirkels schrijven met de toppen van je tenen en lijnen met de zijkant van je voet die overgaat in een luchtzwaai ter vereniging van hemel en aarde. Hier: 'il faut jamais frotter le sol', want je zou wel eens een splinter of een steen in je blote voet kunnen krijgen.
En dan is het dansen voorbij en lopen ze allemaal weg te sleffen, een zoveelste voorbeeld van wat je cultuur je zoal kan aanleren. Ik heb geleerd om niet te slepen 'Hef u voeten op!' en het omgekeerde op de dansvloer. Je maakt je die bewegingen zodanig eigen dat je ze natuurlijk vindt. Hier moet ik er stuntelig uitzien met mijn te grote bewegingen en mijn gesleep bij het dansen en met mijn springerig gestap onderweg, waardoor ik niet eens iets op mijn hoofd kan balanseren...

(terug naar boven)